Ga naar boven

Genieten van de Noardlike Fryske Wâlden

›› Inschrijven

Nationaal Landschap

Het coulisselandschap van elzensingels, houtwallen en pingoruines in het Nationaal landschap Noarlike Fryske Wâlden is misschien wel het best bewaarde geheim van Fryslân. Tijdens de Swaddekuier zult u dan ook uw ogen uitkijken. Tenminste, als u tijdens het wandelen goed let op het rijke karakter van het landschap en de unieke flora en fauna.

Kleinschalig Landschap

Het Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden kenmerkt zich door besloten weilanden omzoomd met bomen en struiken, met hier en daar een verassende doorkijk. In het gebied liggen een aantal eeuwenoude dorpen waarvan de meeste zijn ontstaan in de vroege middeleeuwen. De mensen in het gebied zijn altijd een eigen weg gegaan en hebben dingen gedaan die typerend zijn voor het gebied. Ze zijn trots op hun landschap van houtwallen, elzensingels en pingoruïnes. Dit heeft ertoe geleid dat veel van deze landschapselementen in het gebied zijn behouden. De elzensingels en houtwallen zijn in de middeleeuwen aangelegd als bescherming tegen de wind en bodemerosie, maar ook als afbakening voor het vee. Het landschap is sinds het ontstaan in de middeleeuwen praktisch onveranderd.

Landschap de Mieden

Mieden

De lager gelegen gebieden zijn de Mieden, de vroegere hooilanden. De Mieden liggen hoofdzakelijk rond het gebied dat aangemerkt is als Nationaal Landschap. Deze gebieden kenmerken zich door een rijke vegetatie van weidebloemen en kruidachtige planten. Het zijn open gebieden waar weidevogels zoals de kievit, grutto, tureluur en wulp jaarlijks broeden. Een ander landschappelijk element zijn de vele pingoruïnes. Het zijn overblijfselen uit de

Weichsel-ijstijd. Ze ontstonden doordat duizenden jaren achtereen opborrelend grondwater onder het oppervlakte lenzen vormde. Door een proces van het bevriezen en ontdooien van de ijslenzen gedurende lange tijd werden de lenzen steeds groter. Toen ongeveer 15.000 jaar geleden een warmere periode aanbrak smolten de grote ijslenzen en lieten overal in het gebied kleine meertjes achter. Die meertjes zijn de pingoruïnes en zij gelden als de pareltjes van het Nationaal Landschap.

Hooilandengebied

Het grote miedengebied (hooilandengebied) tussen Kootstertille, Twijzel en Buitenpost is een restant van de delta van een vroegere smeltrivier van meer dan 100.000 jaar geleden. Deze smeltrivier met de naam de Oude Ried heeft gedurende duizenden jaren gediend als afwateringsrivier vanaf de hoge zandgronden rond Drogeham naar het Lauwersmeer. Door de vorming van veen rond de jaartelling en veel overstromingen vanuit zee is het gebied gevormd. Het natte miedengebied werd door boeren in cultuur gebracht en gebruikt als hooiland. Nadat ten zuiden van het gebied een nieuw kanaal was gegraven verviel de afwateringsfunctie van de Oude Ried. Tegenwoordig is het gebied voor een groot deel in handen van Staatsbosbeheer die het gebied weer heeft ingericht als natuurgebied. In het miedengebied komen zeldzame blauwgrassen en zeldzame amfibieën voor zoals onder andere de ringslang en de watersalamander.

Buitenpost

Het dorp Buitenpost ontstond in de middeleeuwen aan de oevers van de rivier de Oude Ried. Voordat Buitenpost als dorp ontstond lag er in de kromming van de rivier een nog ouder dorp met een kerk, Lutjepost geheten. Dit dorp bestond uit een aantal boerderijen en een paar huizen. Bij de aanleg van een nieuwe dijk als bescherming tegen het water werd ten noorden van Lutjepost een kamp aangelegd waarin de mensen die werkten aan de aanleg van deze dijk werden gehuisvest. Na de aanleg van de dijk rond 1200 bleven de mensen op die plaats genaamd de Utpost wonen. Het is vrij zeker dat ook Lutjepost naar het noorden is opgeschoven door vernatting van het gebied en dat de bewoners zich in de Utpost vestigden. Utpost betekent eigenlijk Buitenpost en dat is de naam die het huidige dorp nog steeds draagt. De grote kerk in het dorp getuigt van een rijk verleden en dat is ook in de geschiedenis terug te vinden. De Friese adel vestigde zich in de middeleeuwen in Buitenpost en bouwde daar een aantal grote states. Van dit rijke verleden is aan gebouwen weinig terug te vinden. Alleen de namen Boelens, Herbranda en Haersmahiem herinneren nog aan de adellijke families. In de grote kerk in Buitenpost zijn de rouwborden een teken van die adellijke families en in Buitenpost domineert Nijenstein nog het centrum. Nijenstein werd door de familie Haersma de With in de 18e eeuw gebouwd.

Streekpad

Inwoners en bezoekers van de Noordoost Fryslân genieten van het streekpad Noardlike Fryske Wâlden. In 2017 is door de agrarische natuurvereniging Noardlike Fryske Wâlden samen met de initiatiefnemers Jaap en Anneke Jongejan en Stichting Wandelnet gewerkt aan een 165 km lange route door het Nationaal Landschap.

De route heeft als startpunt Burgum en voert via Veenwoudsterwal naar de Trynwâlden. Langs de oude halepaden bij Damwâld, de Zwagermieden en Westergeest komt het streekpad in Kollum en Buitenpost. De route gaat langs Veenklooster en loopt vervolgens via Rottevalle en Eastermar naar het Nationaal park de Alde Feanen. Via Sumar komt de wandelaar vervolgens weer in Burgum.

De route van deze ultieme wandelbeleving van het smûke coulisselandschap staat in de wandelgids “Streekpad Noardlike Fryske Wâlden.” Deze gids vertelt het verhaal over het Nationaal Landschap, dat wordt getypeerd door kleinschalig boerenland met rijke flora en fauna, opvallend door de kleine percelen omzoomd met houtwallen, elzensingels en braamstruiken. Daarnaast vind je in de gids de rijke cultuurhistorie van het Nationaal Landschap, waaronder de volksverhalen en halepaden, oude verbindingsroutes die de bewoners gebruiksten om via andermans erf zo snel mogelijk naar kerk, school of winkel konden lopen. De gids is verkrijgbaar via www.wandelnet.nl of in de boekhandel.